Linda Bogaert schrijft :
Bovendien zijn, op één enkele uitzondering na, ook de getuigenissen van een man en van een vrouw gelijkwaardig. Omdat hierover nogal wat misvattingen bestaan, wordt hier in detail op ingegaan.
De regel die het algemene principe van gelijkwaardigheid van getuigenis vestigt, is als volgt:
"Zij die hun echtgenotes beschuldigen en behalve zichzelf geen getuigen hebben, het getuigenis van hen zal zijn dat hij viermaal bij God getuigt dat hij iemand is die de waarheid zegt. En de vijfde maal [moet hij uitspreken] dat Gods vloek op hem zal rusten als hij een leugenaar is. En als zij viermaal bij God getuigt dat hij een leugenaar is, dan weert dat voor haar de bestraffing af. En de vijfde maal [moet zij uitspreken] dat Gods toorn op haar zal rusten als hij iemand is die de waarheid zegt." (Koran 24:6-9)
Op deze algemene regel van gelijkwaardigheid van getuigenissen wordt in de Koran slechts in één zeer wel omschreven geval een uitzondering gemaakt, met name voor getuigenissen bij financiële transacties:
"Jullie die geloven! Wanneer jullie met elkaar schuldverbintenissen aangaan tot een vastgestelde termijn, schrijft die dan op. Een schrijver moet het in jullie bijzijn correct opschrijven. Een schrijver mag niet weigeren te schrijven zoals God hem geleerd heeft; hij moet dus schrijven en hij die de verplichting aangaat moet dicteren. Hij moet God zijn Heer vrezen en niets eraan te kort doen. Als hij die de verplichting aangaat zwak van geest of van lichaam is of niet in staat is zelf te dicteren, dan moet zijn zaakwaarnemer correct dicteren. En roept twee getuigen op uit het midden van jullie mannen. En als er geen twee mannen zijn, dan een man en twee vrouwen uit hen die jullie als getuigen aanvaarden, zodat als één van haar beiden zich vergist, de andere haar eraan kan herinneren. De getuigen moeten niet weigeren als zij opgeroepen worden. Verafschuwt niet het op te schrijven, of het klein is of groot, met zijn termijn. Dat is rechtmatiger bij God, juister voor het getuigenis en het bevordert dat jullie niet twijfelen. Alleen als het om aanwezige koopwaar gaat die jullie onder elkaar uitwisselen, dan is het geen overtreding voor jullie als jullie het niet opschrijven. En neemt getuigen wanneer jullie met elkaar een koop afsluiten, maar laat schrijver noch getuige schade lijden. Als jullie dat doen dan is dat voor jullie een schande. Vreest God; God onderwijst jullie en God is alwetend." (Koran 2:282)
Wat in dit vers zeker niet gevestigd wordt, is dat vrouwen minderwaardig zouden zijn aan mannen. Er wordt al evenmin gevestigd dat "in het algemeen" de getuigenis van een vrouw minder waard is dan die van de man vermits eerder genoemd vers 24:6-9 de regel vestigt dat hun getuigenissen gelijkwaardig zijn.
Waar het hier in vers 2:282 wel over gaat, is het nastreven van rechtvaardige financiële transacties.
Immers, in financiële aangelegen-heden is de mannelijke getuige vanuit zijn financiële zorgplicht met zekerheid vertrouwd met deze materie, terwijl de vrouwelijke getuige in dit specifiek geval mogelijk maar niet met zekerheid vertrouwd is met de complexiteiten van financieel beheer aangezien zij geen zorgplicht heeft.
Het is op grond van dit verschil in zekerheden dat er vanuit het model een mogelijk onevenwicht ontstaat. Dit ondervangen, is de enige reden waarom hier afgeweken wordt van de algemene regel. Op die manier worden onvrijwillige onnauwkeurigheden en onrechtvaardigheden op grond van een mogelijke (maar evenmin zekere) ongelijkheid aan kennis voorkomen, zowel voor getuigenissen bij financiële transacties zelf als in rechtszaken die daarvan het gevolg zouden kunnen zijn.
Naarmate meer en meer vrouwen deelnemen aan het economisch leven, verzwakt uiteraard het hele argument dat deze uitzonderingsregel nodig maakt.
Wie de financiële transactie afsluit, een man of een vrouw, maakt niet uit, zij hebben dezelfde rechten. Het vers handelt enkel en alleen over de getuigen in dit specifieke geval, niet over diegenen die de transactie uitvoeren. Een zakelijke overeenkomst kan dus net zo goed door een man als door een vrouw afgesloten worden, en beiden hebben dezelfde waarde. Ook wanneer twee vrouwen een transactieovereenkomst afsluiten, of een man en een vrouw, of twee mannen, kunnen zij daarvoor de getuigenis van een man of van twee vrouwen inroepen. Als "handelaars" of "zaakvoerders" zijn vrouwen volledig evenwaardig aan mannen. Daaruit blijkt eens te meer dat het vers niet de bedoeling heeft vrouwen als minderwaardig of (financieel) onkundig op te voeren. Het vers wordt alleen ingegeven door een voorzichtigheidsprincipe omdat mannelijke en vrouwelijke getuigen vanuit het model niet met zekerheid over dezelfde kennis van deze materie beschikken.
De regel vestigt verder dat men de getuigen zelf mag kiezen ("uit hen die jullie als getuigen aanvaarden"). Dit verhoogt de kans dat men getuigen met kennis van zaken kan kiezen. De hele uitzonderingsregel is er op gericht de onzekerheid weg te nemen en maximale kansen te bieden dat de getuigen degelijke getuigen zijn.
Er moet hier herhaald worden dat in alle andere gevallen de getuigenis van een man en die van een vrouw wel gelijkwaardig zijn.